
Deze voorbeelden staan niet op zichzelf, ik hoor het veelvuldig om mij heen: ‘we moeten hardere eisen aan bedrijven stellen’, ‘Het verdwijnen van de industrie uit Nederland geeft niks’, ‘Bedrijven willen niet verduurzamen’.
Terwijl wie het Parool-artikel verder leest, ziet dat 60 procent van de bedrijven verwacht voor 2030 klimaatneutraal te zijn en nog eens 21 procent rekent erop dat in 2050 te zijn. Ook minister Adriaansens gaf aan: “het geldt misschien niet voor alle bedrijven, maar mijn ervaring is juist dat een groot deel van het bedrijfsleven heel erg open staat voor verduurzaming.”
Ook dat herken ik in mijn werk met de bedrijven en industrie in het Noordzeekanaalgebied: ze maken niet alleen de plannen voor de energietransitie, ze proberen deze plannen ook nog eens zo snel mogelijk uit te voeren. Zo maakte Titan LNG onlangs bekend een biomethaanfabriek te bouwen in de Amsterdamse haven, presenteerde EVOS grootschalige plannen voor import van waterstof en realiseerden onze noorderburen in de Eemshaven in slechts een paar maanden twee drijvende LNG-fabrieken. De twee schepen kunnen het vloeibaar gemaakte aardgas weer in gasvorm omzetten om daarmee het Nederlandse gasnet mee te voeden.
Wat een zegen in deze tijden dat we dit soort slagvaardige bedrijven hebben in Nederland. Maar die bedrijven zijn gebaat bij rust en duidelijkheid. Want daarmee creëer je een goed investeringsklimaat. Een constante temperatuur dus in plaats van een verhit debat waarbij we steeds van -10 naar +40 schieten.
Dus laten we onze houding daarop aanpassen. Laten we innovaties verder brengen, goede stappen delen en constructief een warme toon aanslaan. Dan kunnen we de industrie in Nederland behouden en vergroenen om de energietransitie te versnellen. Daar is ons klimaat pas echt mee geholpen.
Giulietta Cohen
Programmamanager TET Amsterdam